Dixit is een leuk spel met weinig spelregels dat kan worden ingezet voor het oefenen van de betekenis van woorden.
VOORBEREIDING Om het spel te kunnen spelen moeten de kinderen over voldoende afbeeldingen beschikken die (voor een deel) overeenkomen met de themawoorden. Voor 4 spelers heb je tussen de 30 en 40 afbeeldingenkaartjes nodig. De afbeeldingen hoeven niet perse hetzelfde formaat te hebben. SPELVERLOOP De spelregels zijn een vereenvoudigde variant van het echte spel. Iedere speler heeft 5 afbeeldingen in zijn hand. De speler die aan de beurt is kiest een themawoord uit de woordlijst. De betekenis van dit woord wordt kort besproken. Vervolgens kiest hij een afbeelding en legt deze gedekt voor zich neer. De andere spelers kiezen nu een afbeelding uit hun eigen hand die (zo veel mogelijk) overeenkomt met het gekozen themawoord. De gekozen afbeeldingen geven ze gedekt aan de speler die het woord gekozen heeft. Als alle spelers een afbeelding hebben gegeven, legt de speler die aan de beurt is alle afbeeldingen open op tafel. Nu proberen de overige spelers de juiste kaart te raden. Als iedereen een afbeelding in gedachten heeft, telt de speler die aan de beurt is af. Bij nul wijzen de andere spelers een afbeelding aan waarvan zij denken dat het de juiste kaart is. Nu vindt een puntentelling plaats (zie hieronder). Daarna is de volgende speler aan de beurt om een themawoord uit te kiezen. Alle spelers pakken een nieuwe afbeeldingskaart om hun hand aan te vullen. Het spel is afgelopen na een vooraf bepaald aantal ronden, bijvoorbeeld als iedere speler 2x aan de beurt is geweest. De speler met de meeste punten, wint het spel! PUNTENTELLING - Als je de juiste kaart aanwijst (de kaart van de speler die aan de beurt is), krijg je een punt. - Als een andere kaart wordt aangewezen, krijgt de speler die de kaart heeft neergelegd een punt (zo worden alle spelers gestimuleerd om een kaart te kiezen die zo goed mogelijk overeenkomt met het gekozen themawoord). - De speler die aan de beurt is, krijgt een punt voor iedere speler die zijn kaart aanwijst. TIP Indien de afbeeldingkaarten niet hetzelfde formaat hebben, kan ervoor worden gekozen om de afbeeldingkaartjes af te dekken, bijvoorbeeld onder een schrift. Anders zouden de kinderen aan het formaat van de afbeelding kunnen zien wat de juiste afbeeldingkaart is
Comments